Samen op weg naar een Duurzaam Deurne: van wasei tot windmolen!

Doe mee met Duurzame Donderdag

Onlangs was het lente in de winter. Op die zonnige dag kreeg ik van vrienden een wasei. Ik kende het niet. Een wasei. Je gebruikt minder waspoeder en je hebt minder vuil water. Het is beter voor het milieu, zeiden ze. Het zette me aan het denken. Het is er al lang, maar waarom is het geen gemeengoed? Waarom had ik er nog nooit een gezien?

De klimaatverandering dringt zich elk jaar steviger aan ons op. Warmterecords worden gebroken, de airco’s zijn niet aan te slepen, het is langer droog, je ziet het aan het groen in de weilanden en tuinen, straten overstromen door hevige stortbuien, kelders lopen onder.

Wat doe jij aan duurzaam?

Steeds vaker hoor ik in mijn omgeving mensen vragen: ‘En wat doe jij aan duurzaam? Nou, ik ben echt met kleine stappen in mijn huis bezig, nu staat vloerisolatie op het programma. Of: mijn zonnepanelen doen het goed!’ had ik veel eerder moeten doen. En: Ik let echt steeds beter op mijn energiegebruik, ik douch nog maar 5 minuten per dag. Dat is echt anders dan een jaar geleden. Het leeft. Duurzaam Deurne begint te leven; steeds meer mensen vinden het belangrijk. In de hele gemeenschap ontstaan initiatieven die een bijdrage leveren aan een groene, duurzame toekomst van Deurne. En met het platform Duurzaam Deurne, waar een aantal partijen de schouders onder zetten, hebben we iets in handen dat ons kan helpen om op alle vlakken stappen te zetten, inwoners, bedrijven, agrariers, overheid, allemaal.

Initiatieven verbinden en leren

Eerlijk is eerlijk, het valt niet mee om écht grote stappen te zetten in de richting van een duurzame maatschappij. Het is lastig om te accepteren dat je manier van leven er dan weleens heel anders uit kan zien. Dat je omgeving anders wordt. En heel dichtbij, dat je dag er misschien wel anders uit gaat zien, je eten en je uitzicht. Dat is nogal wat. Ik vind het zelf ook complex, maar ik vind ook dat het hard nodig is. Samen zullen we daar een weg in moeten vinden en laat dat ‘samen’ nu net iets zijn wat we goed kunnen in Deurne. Vanuit Duurzaam Deurne kunnen we alle initiatieven verbinden en leren. Leren van elkaar.

De groene basis ligt er

We doen in onze prachtige landelijk omgeving hier al veel samen. En Duurzaam Deurne is een mooi startpunt. Daar komen alle thema’s samen. De een vervangt de tegels in de tuin door vlinderstruiken, de ander zet de stap naar drie keer per week vegatarisch eten, en kookt en eet samen met een groepje alleenstaanden een keer per week, een hele groep wijkbewoners zet samen een isolatieplan op voor gelijksoortige woningen in de wijk, of iemand doet voor het eerst de was met een wasei.

Het begint bij het zetten van kleine stappen en laten zien dat die kleine stappen ook het verschil maken. Het moet behapbaar zijn en je moet elkaar daarbij helpen. Ik zeg: laten we beginnen met het opzetten van allerlei activiteiten op één dag in de week! Duurzame Donderdag. Wat allemaal? Deze vraag moeten we onszelf steeds opniew stellen: Zou het niet fantastisch zijn als we op Duurzame Donderdag … Duurzaam Deurne gaat over de toekomst, te beginnen met morgen.

Zou het niet fantastisch zijn als …

Ik merk dat het woord ‘duurzaam’ veel vragen oproept. Iedereen heeft er een ander beeld bij. Ook dat is niet erg, als men er maar een beeld bij heeft en erover gesproken wordt. Het gaat over de was doen en het gaat over windmolenparken, over huizen anders verwarmen of over elektrisch rijden, over fijn samenleven of afval scheiden. Bij alles wat je doet kun je zeggen: ja, maar … Dat kan, maar daar gaat het niet om. Als we niets doen, gebeurt er ook niets. Het gaat – als je het heel groot maakt-  over de 17 (global goals) doelen van de Verenigde Naties. Hoe kunnen we die dichterbij halen. En … als je ‘duurzaam’ heel klein maakt kan het gaan over de was op een ander tijdstip doen of de kraan niet laten lopen bij het tandenpoetsen. En zeker, het gaat ook over het klimaatakkoord, de energiestrategie, grootschalige energieopwek, zonneweiden, windmolens, afval scheiden, circulaire economie. Ook hierin is Deurne actief: wat te denken van het zonnepark De Vlaas waar bewoners mee in konden investeren of de 32.000 zonnepanelen die Agrarisch Deurne heeft neergelegd. Steeds meer boeren verduurzamen en dragen bij aan de energietransitie. En het gaat over duurzaam samenleven. Met elkaar samen eten, fijn met elkaar omgaan. Verbindingen leggen in de wijk en daarop aansluiten.

Veranderen kost energie, maar levert ook veel op

Maar eigenlijk gaat het over verandering. Een verandering van onze leefstijl, een verandering van ons landschap.We weten dat we moeten veranderen, maar daarom is het nog niet gemakkelijk om het anders te doen. Het is complex en dat moeten we duidelijk maken. Door te stimuleren , maar ook door te handhaven, door goede voorbeelden te laten zien en mensen mee te nemen in de worstelingen. Dat kost tijd en heel veel energie! Dat gaat met vallen en opstaan.

Wat cruciaal daarbij is dat de initiatieven uit de samenleving zelf komen. En dat daarbij mensen met kennis van zaken, die er genoeg zijn in onze gemeente, ons ondersteunen. We moeten ons steeds de vraag stellen: wat is er nodig om een project van de grond te tillen? We moeten er samen voor zorgen dat het kan en dat het vervolgens gebeurt. Met Duurzaam Deurne hebben we wel iets in handen dat kan helpen. Op alle vlakken. Een Duurzaam Deurne waarin iedereen, op zijn eigen manier, wat bijdraagt. Klein of groot. Ik hoorde een mooi voorbeeld van een wijk waar een paar buren hun jaren ’70 huizen wilden verduurzamen. Kennis en energie delen om energierekening te verlagen. Er was veel interesse, maar er gebeurde aanvankelijk niet veel. Totdat een paar buurmannen met vervolgstappen en een concreet aanbod kwamen. We hebben gezamenlijke inkoopacties opgezet en met een hele grote groep vrijwilligers iedereen betrokken. Uiteindelijk hebben honderden mensen gebruik gemaakt van de actie. Het kost veel energie, maar als je het samen doet, levert het veel energie op. En de bijvangst: een mooi netwerk in de buurt. Wat leren we nu van deze aanpak? Dat kun je delen op Duurzaam Deurne.

Ik probeer altijd na te gaan wat het woord duurzaam voor mij betekent. Eigenlijk zit het in alle aspecten van ons leven. Duurzaam is klein en het is groot, heel groot. Het is heel dichtbij, het speelt nu en vandaag en het is groot en ver weg!

Energie delen, gedeelde energie

Bij mij begon het dus bij een wasei. Een wasei! Het raakt alle facetten van duurzaam leven en duurzaam doen. Hoezo? Waarom gebruikt dan niet iedereen het? Omdat het nagenoeg onbekend is en omdat het nergens te krijgen is. Ik gebruik allereerst veel minder waspoeder. Dat beinvloedt op een mooie manier je watergebruik. Je hebt dus veel minder verontreinigd afvalwater. En je gebruikt minder verpakkingspapier. En dus heb je minder afval. Je wast op een lagere temperatuur, wat weer minder elektriciteit kost, waardoor er minder opgewekt hoeft te worden. Ik heb zonnepanelen, en als je het overdag doet als de zon schijnt, belast je het milieu helemaal niet. Je kleren gaan langer mee, dus je hoeft minder spullen te kopen. Die niet vanuit Azië vervoerd hoeven te worden. Dus weer minder Co2. Haal je daarmee de doelstellingen? Nee, niet meteen. Maar allemaal kleine stappen samen is ook een grote stap.

Wat ik wil zeggen: jouw bijdrage maakt een verschil. Elke bijdrage maakt een verschil. Echt. Dit is de gemakkelijke weg. En iedereen kan hieraan mee doen. Die kleine voorbeelden maken het abstracte concreet. Ze laten zien dat je met kleine zaken stappen kunt zetten.

De grote complexe route

Aan de andere kant is er de moeilijke weg, die van de windmolens zeg maar, de gigantische zonneweides, van het gas af etc. Lang ging het daarbij over plannen maken. Daar werd niemand warm van, behalve dan de mensen die al lang met energie bezig zijn. Tot blijkt dat ze er echt lijken te gaan komen. En dichtbij. Dan wordt het opeens concreet. En dat is logisch. Dan gaat het niet meer over een abstract plan, maar over een 200 meter hoge turbine, vlakbij.

De vraag die continu en overal op allerlei verschillende manieren gesteld moet worden is: hoe pakken we samen de strijd tegen de teloorgang van het klimaat aan? We moeten ons daarbij inleven in elkaars standpunten en begrijpen waarom sommige mensen tegen zijn of voor. De bereidwilligheid moet groeien. En dat gaat langzaam en voor iedereen in een ander tempo. Bij Duurzaam Deurne werken op allerlei niveaus aan het versterken van de intrinsieke motivatie. Door goede voorbeelden te delen, door elkaar te helpen, door samen te werken en vooral door duidelijk en concreet te zijn.

Op alle niveaus moeten mensen weten wat er van hen verwacht wordt. Dat betekent dat je mensen moet betrekken bij de planvorming. Je moet ze laten zien dat ze wel degelijk invloed hebben op wat er gebeurt in de eigen omgeving.

Alles komt samen op Duurzaam Deurne

Duurzaam Deurne: van wasei tot windmolen, van een spaarlamp tot zonneweide. Van afvalscheiden tot groen in de tuin. Zeg het maar. Van een kind dat op school zijn afval scheidt, tot samen koken en gas besparen, tot een elektrische auto delen in de buurt, tot een wijk waarin huizen worden geïsoleerd, tot samen oplossingen voor stortbuien vinden in meer groen in voortuinen, tot zonne-energie delen in een straat, tot een coöperatie opzetten voor een zonnepanelenpark, gebruik maken van de kracht van onze landelijke omgeving, de boeren zijn zo vernieuwend bezig en zo stap voor stap …

Daarvoor is het belangrijk om bij alle stappen die je zet rekening te houden met de betrokkenen. Mensen kunnen alleen acties uitvoeren als zij hiervoor voldoende 1) capaciteit hebben – kunnen ze het? 2) motivatie hebben  – willen ze het? 3) en gelegenheid hebben – doen ze het? Zodra een van deze drie gedragselementen niet of onvoldoende aanwezig is zal (het gewenste) gedrag geen doorgang vinden. Bij alles wat je doet moet je laten zien wat het op kan leveren. De overheid moet het goede voorbeeld geven. Mooie kleine en grote projecten moeten we delen. En ook als iets niet meteen lukt, kiezen we een andere weg. Duurzaam Deurne kan mensen helpen bij het realiseren. En heel belangrijk: we moeten rekening houden met emoties van mensen.

Ik wil mijn verhaal afsluiten met een idee, een oproep eigenlijk. Zou het niet fantastisch zijn als we met Duurzaam Deurne … Als je samen over deze vraag nadenkt, dan komen de mooie projecten vanzelf. Alles wat je bijdraagt is goed voor jezelf, goed voor Deurne en dus uiteindelijk goed voor onze wereld. Het ei van Columbus, nee, gewoon een wasei!

Het beste plan voor woningverbetering maakt de bewoner zelf

Met de energiecoach van energieloket als sparringpartner

Elke dag staat er wel een bericht in de krant over de energietransitie. Het klimaat verandert in rap tempo, zomers worden heter, zware regenbuien zorgen voor overstromingen op wegen in steden en dorpen. Ik zie wat er gebeurt en ik merk dat ook steeds meer effecten heeft op mijn eigen woon- en leefomgeving. Ik maak me er zorgen over zoals zo veel anderen, maar ik merk dat ik het lastig vind om zelf iets te doen. Ik wil graag starten met het verduurzamen van mijn huis, maar weet niet goed waar ik moet beginnen. Wat kan ik doen dat echt zoden aan de dijk zet? Mijn huis is wat ouder en ik lees allerlei verhalen dat het allemaal veel geld kost. Allereerst wil ik fijn leven in een comfortabel huis in een mooie omgeving. Vorige week kwam ik in gesprek met een vrouw uit onze wijk. Zij woont in een zeer energiezuinige woning, een zogenaamde Nul-op-de-meterwoning. Zij liet me zien wat er allemaal mogelijk is. Ze vertelde:

Minder kosten, meer energie om te leven

‘Een paar weken geleden kreeg ik mijn jaarafrekening van de energiemaatschappij. Mijn nieuwe termijnbedrag is €10,- per maand. Nee, geen 0, maar toch: het is peanuts vergeleken bij wat ik in mijn vorige woning betaalde. Natuurlijk ging dat niet vanzelf: dit huis is helemaal onder handen genomen voordat ik erin kwam wonen. Een nieuw dak, vol met zonnepanelen, de wanden naar geïsoleerd, HR++ ramen. Het huis is van het gas af: ik gebruik alleen nog stroom. Er is een warmtepomp die de warme lucht uit het huis opnieuw gebruikt. In een groot boilervat wordt water eerst opgewarmd door pv-panelen. Als het moet, zoals in de winter, wordt het nog verder verwarmd. In het hele huis hangen lage temperatuur radiatoren. In de media lees ik wel eens zorgelijke verhalen over warmtepompen die veel lawaai zouden maken of die het huis niet warm krijgen. Mijn dochter die op zolder naast de warmtepomp slaapt hoor ik er nooit over.’

Elk, mens is anders, elk huis is anders, elke aanpak is anders

Haar huis is niet te vergelijken met het mijne, maar ze liet zien wat er allemaal kan. Ze vertelde over het wooncomfort, over hoe ze heel snel aan het koken op inductie gewend was, en dat ze korter douchte. De omgeving zorgde er bijna vanzelf voor dat ze haar gedrag ging aanpassen aan deze – bijna  energieneutrale – omgeving. Natuurlijk had ze ook nog wel punten waar ze minder tevreden over was. Er moest nog een oplossing gevonden worden voor de warmte in die in de zomer lang in huis blijft hangen. Haar huis is dan ook een voorbeeldwoning, een pilotproject bij de woonstichting. Daar leer je van en dat gebeurt dan ook.

Op Duurzaam Deurne vind ik inspiratie voor wat ik zelf kan bijdragen

Het bezoek opende mijn ogen. Haar huis was helemaal klaar toen ze erin trok. Dat is natuurlijk heel anders dan mijn huis. Maar: ik ken elk hoekje en gaatje in mijn woning. Iemand wees me op het platform Duurzaam Deurne. Daar vond ik een aantal verhalen van mensen van wie ik mijn worsteling herkende. Sommigen wilden gewoon hun energierekening omlaag brengen, anderen waren echt gemotiveerd om bij te dragen aan het klimaat. Heel interessant! Enkelen hadden een huis, vergelijkbaar met het mijne. Ik zag dat ieder huis zijn eigen problemen en mogelijkheden had. Daar gingen ze over in gesprek. Ik realiseerde me eigenlijk voor het eerst dat ik ook een kleine, maar belangrijke rol in energietransitie kan vervullen. Je woont comfortabeler, je energielasten gaan omlaag en je draagt ook bij aan een betere wereld. Van de bomen en het bos, ik kreeg een steeds beter beeld van wat er mogelijk is.

De energiecoach als sparringpartner

Daar zag ik ook voor het eerst de naam van enkele energieadviseurs/coaches van het energieloket Helmond de Peel – slim wonen. Eentje woont bij mij in de buurt. Het woordje ‘slim’ prikkelde mij wel. Ik wilde wel eens weten welke stappen ik, met mijn beperkte budget, kan zetten om mijn huis klaar te maken voor de toekomst. Wat kan ik zelf doen en waar heb ik hulp bij nodig? Ik hoorde een zinnetje ‘wat je bespaart, hoef je niet op te wekken’. Het klinkt zo logisch, maar ik vind het lastig om de eerste stappen te zetten. Waar begin je? En hoe zorg je ervoor dat je je geld gebruikt voor de juiste dingen.

Een natuurlijk moment voor maatregelen

Het gesprek met de energiecoach was heel verhelderend. Hij zei niet: dit en dit moet je doen, maar samen bespraken we wat ik wilde, wat mijn mogelijkheden zijn. Hij had bijvoorbeeld – heel simpel – een kierenkaart bij zich waarmee we door ons huis liepen. Hij liet me zien waar ik al meteen mee aan de slag kon. Ik zag dingen in mijn huis die ik nog niet eerder zag. Ik kreeg meteen energie om die kleine aanpassingen te doen. Ook vertelde hij me dat hij gesprekken had gehad met mensen met een enigszins vergelijkbare woning. Hoe zou ik het vinden om samen – onder begeleiding van een energiecoach – een plan te maken voor die groep woningen? Kunnen we samen bijvoorbeeld zonnepanelen inkopen. We hebben het over welke manier van verwarmen bij onze huizen past? Wat kunnen we nu al doen om water te besparen? Samen hebben we al een paar watertonnen met korting kunnen kopen.

Jij kent je huis het beste

Zijn belangrijkste opmerking: ‘Jij kent je huis het beste’. Wij kunnen je wel helpen bij het vinden en realiseren van de juiste oplossingen die passen bij jouw situatie. De een wil alles zelf doen, een ander moet geholpen worden. Ik zit er tussenin. Voor elke bewoner is er een passende route en een passend tempo. Ik had nooit gedacht dat ik er plezier in zou hebben om hiermee bezig te zijn. Voor mij kwam dit precies op het juiste moment. Ik wilde al met mijn badkamer en de keuken aan de slag. ‘Nou, da’s dan een mooi moment om een paar maatregelen te treffen. Er moet toch verbouwd worden, dus waarom niet meteen de spouw isoleren en de vloer?’ Hij vertelde me dat er ook subsidies zijn. Dat is mooi meegenomen!

Mijn toekomst in een stroomversnelling

We zijn nu een paar maanden verder en ik heb de eerste afspraak met de andere bewoners gehad. Het is zo leuk om over je eigen huis te kunnen praten. We helpen elkaar en leren elke dag. Zo ben ik een wasei gaan gebruiken, waardoor ik minder vuil water produceer. Een ander vertelde dat hij nu echt de wasmachine aanzet als de zon schijnt, met eigen energie van zijn zonnepanelen. Elke wasbeurt steek ik een euro in mijn zak. Da’s snel verdiend. En het gaat verder dan samen een plan maken. We hebben allereerst samen een bespaarplan gemaakt. Waar kunnen we op een hele eenvoudige manier energie besparen. We hebben het nuttige met het aangename verbonden. Een van ons kookte al op inductie, al mijn vooroordelen waren op slag verdwenen. Wat een genot. Volgende maand hebben we de ‘korter en kouder douchen’-wedstrijd op de rol staan. Ik krijg er nu al energie van. Kleine stappen, groot genot. Ik heb echt het gevoel dat mijn toekomst in een stroomversnelling terecht is gekomen. Mijn plan is bijna klaar. Ik heb mijn huis nog beter leren kennen.

Van wegwerpsamenleving naar duurzaam gebruik: Deurne op koers!

Afval scheiden levert je echt iets op: keiharde euro’s en een goed gevoel

Afval, het is typisch zo’n product waar we eigenlijk niet mee bezig willen zijn. En toch is het interessant om in die ‘materie’ te duiken. Het is namelijk een bron van grondstoffen. We leven al enige tijd in een wegwerpsamenleving waarin producten erop gemaakt zijn dat ze maar een bepaalde tijd meegaan. Een uitwas daarvan is het zwerfafval. Van blikjes tot flesjes, van papiertjes tot complete zakken, alles vind je op straat. Maar ook in huis is nog veel winst te behalen. Afval scheiden levert heel veel milieuwinst op.

Laatst kwam me een interview met een jonge vrouw onder ogen die de afgelopen maand slechts één ‘stukje’ afval produceerde: het stripje van twee paracetamolletjes. Ik las het stuk met bewondering en verwondering. Ze ging met een broodzak naar de bakker, met lege boxen en flessen naar de winkel, om de producten mee te nemen. Hoe gemotiveerd kun je zijn? Zo’n voorbeeld inspireert me aan de ene kant, maar schrikt me ook af. Het is een situatie waar we met z’n allen naartoe moeten. De weg ernaartoe gaat via kleine stappen. Maar we zijn al goed op weg, dat moeten we koesteren

De afvalcoach: weet wat je scheidt

Alles goed doen is best ingewikkeld. Er zijn zo veel verschillende afvalstromen, nee grondstofstromen moet ik zeggen. Blik, pet, gft, rest, papier, grof vuil, kleding, etc. Het is moeilijk om je aandacht te richten op dingen die je niet meer nodig hebt. Dat wordt wellicht anders als je het hebt over grondstoffen! Die hebben we namelijk keihard nodig. Daar kun je best wat hulp bij gebruiken. Ik heb onlangs een afspraak met de Deurnese afvalcoach gehad. Echt, ik kan het iedereen aanraden. Opruimen en scheiden is gewoon een vak. Ik ging verbouwen en wilde niet alles op een hoop gooien. Nou, dit scheelde me uiteindelijk zoveel tijd bij de milieustraat! Eigenlijk zou elke nieuwe bewoner als welkomstgeschenk ook een gesprek met zo’n afvalcoach moeten hebben. Je weet dan meteen hoe alles in onze gemeente werkt.

Goed scheiden is rendabel, ook van je tafel en je bed

Door beter te scheiden houden we met zijn allen gewoon geld over. Er is een enorme potentie aan GFT die nu via restafval wordt afgevoerd en verwerkt. Ongeveer 35% van het GFT-afval zit nog in het restafval. We zijn druk bezig om die 35% eruit te halen om o.a. compost van te maken. De kosten van afvalverwerking ligt vele malen hoger dan in de kosten van GFT. Dus als we dit beter regelen dan zou dat beter zijn voor de portemonnee.

Afval! Het is onvoorstelbaar van hoeveel verschillende factoren het afhankelijk is om ermee aan de slag te gaan. Maar het loont! Minder afval produceren is goedkoper én het draagt bij aan de vermindering van Co2. Door anders en minder te consumeren en nog beter ons afval te scheiden dragen we heel veel bij aan een beter klimaat. In Deurne zijn we goed op weg met onze maatregelen, maar uiteindelijk willen we toch naar ‘geen afval’! Sinds kort is het zo dat wie minder afval produceert ook minder betaalt. Dat is een kant van de zaak. De andere kant is dat we gewoon minder afval moeten produceren. Er is niet een weg die voor iedereen even goed werkt. Er zijn allerlei factoren die meespelen. De seizoenen blijken invloed te hebben op de scheidbereidheid. Leeftijd speelt een rol. En de een heeft meer tijd om te scheiden, terwijl de ander het druk heeft. Voor mij en veel anderen werkt het het allerbeste om het afval scheiden zo gemakkelijk mogelijk te maken. Kleine dingen helpen daarbij. Onlangs hoorde ik van een project waarbij alle mensen in de wijk een mooi bakje kregen voor gft in de keuken. De resultaten waren echt heel goed.

Afval scheiden doe je samen

In Deurne zijn er groepen mensen actief bezig met het schoon houden van ‘ons dorp’. Je ziet meteen het resultaat. De Stationscoöperatie heeft bijvoorbeeld de omgeving een bloemrijk aangezicht gegeven met biodiversiteit als uitgangspunt. Het kleurrijke geheel zoemt en beweegt door de aanwezigheid van allerlei insecten. Om het mooi te houden verzamelt en scheidt een groep vrijwilligers al het zwerfafval en zorgt ze ervoor dat het bij de afvalverwerker in de regio terechtkomt. Het GFT-afval composteren we zoveel mogelijk. Wat er daar opgehaald wordt, ongelooflijk. We zouden een Formule-1 auto kunnen maken, schaal 1 op 1, van alle Red Bull blikjes die we vinden. Max Verstappen zou er jaloers op zijn.

Hoe krijgen we die kilo’s eraf

Het belangrijkste dat we ons moeten realiseren is dat afval eigenlijk geen afval is, maar een waardevolle grondstof. De prijzen van grondstoffen zijn de laatste jaren enorm gestegen, dus het loont ook extra te scheiden. Alle mogelijk middelen moeten we inzetten om ervoor te zorgen dat we beter gaan scheiden. Er gaat al heel veel goed, maar het kan nog beter. Overal staan bakken die ons uitnodigen om afval te scheiden, er zijn grijze, groen en witte bakken, er staan glasbakken en er zijn kledingverzamelpunten. En ze werken, tot op zekere hoogte. Omdat afval iets is waar we niet mee bezig willen zijn is, moeten we de omgeving waarin afval gescheiden moet worden zo inrichten dat we weten wat we moeten doen. In Deurne zitten we nu op zo’n 60 kilo restafval per inwoner. De komende jaren gaan op allerlei manier proberen dat terug te brengen naar minimaal de helft. Ik ben er al mee begonnen. Samen met mijn gezin hebben we er een sport van gemaakt om zo min mogelijk afval te produceren.

 

Samen op weg naar minder afval

Het gaat erom om steeds opnieuw kleine stappen te zetten die bijdragen aan het doel: minder afval. Ik heb mijn keuken zo ingericht dat ik steeds gemakkelijker mijn afval goed kan scheiden. Ik word daarbij steeds vaker goed geholpen. De afvalverwerkers en afvalophalers in de regio zijn continu bezig om te kijken hoe ze gedrag van mensen kunnen beïnvloeden en te laten zien hoe het ook kan. Door goede voorbeelden te delen, door de juiste informatie aan te leveren. En vooral door ons, de bewoners, mee te nemen in het belang van afval scheiden. Door te laten zien wat er met het afval gebeurt en dat het direct een bijdrage levert aan een beter, schoner Deurne. Dat kan, bijvoorbeeld door GFT-afvalbakjes voor de keuken uit te delen, mensen bewust te maken van wat ze weggooien etc.  En – heel belangrijk door leerlingen op scholen het verhaal van ons afval te vertellen. Die kinderen vertellen het de ouders en kunnen zo samen hun steentje bijdragen aan een schonere wereld. Een wereld die begint bij beter scheiden.

Maak de cirkel rond: op weg naar een kringloopeconomie

Met afval heb je goud in handen

Jaren geleden kwam ik bij toeval terecht op een kleine groene camping in Noord-Spanje. Bij aankomst kregen we te horen dat alle gasten heel goed hun afval moesten scheiden. OK, dacht ik prima. Tot ik zag wat er allemaal gebeurde. Dat ging zover dat ik alleen al van mijn theezakje het ijzeren nietje, het papieren labeltje en het zakje met thee op een aparte hoop moest ‘storten’. Ontbijten was een ding, opruimen iets heeeel anders. Overdreven, misschien wel, maar het is me altijd bijgebleven. Iedereen op die camping vond het gewoon normaal. En wij deden mee. Het zette me toen al aan het denken.

Ik moest daaraan denken toen ik voor een bijeenkomst werd uitgenodigd om eens mee te praten over circulaire economie, ook wel kringloopeconomie genoemd. Zelf probeer ik als particulier al tijden rekening te houden met wat ik koop en wat ik weggooi. Bij alles wat ik doe kijk ik steeds beter, heb ik het echt nodig? En ik kijk steeds vaker of ik het kan (laten) repareren of kan hergebruiken. Ik hou van mooie kleren, maar er hingen op een gegeven moment jasjes in de kast die ik maar 3 keer in een jaar had gedragen. Zo heb ik een kapot koffiezetapparaat al eens bij een repaircafé laten maken, ik heb een oud kastje uit de schuur een nieuwe bestemming gegeven en omgetoverd in een buurtbibliotheekje bij mij op de oprit. Er is een levendige ruilhandel in boeken ontstaan bij mij in de wijk. Een boek eruit, een boek erin. Kleine stapjes in de kringloop. Een kleine bijdrage, maar wat kan ik nog meer doen, hoe kan ik nog meer bijdragen aan de kringloop van grondstoffen?

Wat is er al allemaal?

Ik was benieuwd naar de ‘grotere’ stappen. Wat doen bedrijven bijvoorbeeld op dat gebied? Welke toepassingen zijn er al? Veel, constateer ik al tijdens het eerste verhaal dat er gedeeld wordt. Ik hoor zoveel inspirerende verhalen van gedreven ondernemers die me enthousiast maken over de mogelijkheden en ontwikkelingen in de circulaire economie. Ik luister naar het verhaal van een aanrechtbladenmaker, een betonrecycler en een oesterzwammenteler. Allemaal in Deurne. Ik hoorde zaken waar ik eigenlijk nog nooit bij stil had gestaan. En de manager van Blink verrast me met een verhaal over dat we vanuit een ander perspectief moeten kijken. Geen afvaldenken, maar grondstofdenken.

Graniet in de grond of …

Ik luisterde met verwondering naar de producent van granieten aanrechtbladen. Hij vertelde over zijn hoogwaardig product dat het paradepaardje is in talloze keukens. Maar hij gaf ook aan dat hij met lede ogen zag dat het ‘restmateriaal’ van dit hoogwaardige product bij de betonrecycler alleen maar verwerkt kon worden tot laagwaardig funderingsmateriaal voor huizen en wegen. Hij zei: De resten van ons mooie product verdwijnen zo onder de grond, terwijl er andere toepassingsmogelijkheden zijn: bijvoorbeeld voor toepassing in asfalt, een hoogwaardig product. Hiervoor werken we samen met een asfaltbedrijf. Ook gebruikte aanrechtbladen worden hergebruikt bij huizen- en wegenbouw. Maar ook andere, creatieve oplossingen kwamen ter sprake. Verplicht opnemen in het bestek dat restproducten gebruikt moeten worden. Daar ligt een ‘schone’ taak voor de overheid, lokaal, provinciaal en landelijk. Samen aan tafel kijken wat er kan en wat er nodig is, daar draait het om. En deze praatsessie kan daarbij zo waardevol zijn.

Drab is meer dan drab

Een ander verhaal dat mijn verbeelding prikkelde, kwam van een oesterzwammenteler. De ondernemer onderzoekt de mogelijkheid om koffiedrab te gebruiken als voedingsbodem voor haar product. Er zijn in Nederland al genoeg voorbeelden hiervan te vinden, maar de wet- en regelgeving belemmert de stap die nodig is om dit van (uit) de grond te krijgen. Hoe mooi zou het zijn om alle koffiedrab te gebruiken als duurzame voedingsbodem voor zo’n toepassing? Afval wordt zo een grondstof. Een kleine cirkel is zo gesloten.

Wat ik meeneem van de bijeenkomst is dat er zoveel mogelijkheden zijn om de cirkel te sluiten. We moeten laten zien wat er kan en wat er gebeurt. Afval is geen afval maar nieuwe grondstof. Alleen in Deurne gebeurt er al zoveel. Maar we weten het nog te weinig van elkaar. Dat is al pure winst. Tijdens de bijeenkomst werd er al druk geappt tussen de deelnemers en werden er afspraken gemaakt. Zo snel kan het gaan, zo gemakkelijk kan het zijn, als je elkaar kent en van elkaar weet wat je allemaal doet.

Afvalbergen beklimmen …

Ook duidelijk werd dat er nog wat afvalbergen genomen moeten worden. Zoals zo vaak bij ‘nieuwe’ dingen staan regels en procedures vaak concrete acties in de weg. Toch blijkt ook dat er tal van goede voorbeelden in het land te vinden zijn waar stappen in de goede richting gezet worden. Het kan, maar om in 2050 volledig circulair te zijn is er een echt een ander perspectief nodig op grondstoffen of de keten, op het maken van producten nodig. Eigenlijk moeten we bij alles wat we maken, bij het ontwerp al rekening houden met de kringloop. Meteen vanaf het begin. Een mooi idee werd er geopperd. Laat ontwerpers en designers meedenken in alle fasen van de keten: van idee tot uitvoering. Laten we samen de cirkel sluiten, Of het nu om steen gaat, om hout, om stof. Het goud ligt voor het oprapen. Laten we dat nu maar eens gaan doen. In deze bijeenkomst is de afvalberg weer wat afgetopt. Op naar opschoondag!

Aanpassen zit in onze natuur

Klimaatadaptatie in een stroomversnelling

Hoe houden we ons hoofd koel? Om te beginnen: naar buiten …

Zoals elke dag loop ik even naar buiten. Vannacht heeft het flink geregend en nog steeds komt het water er met bakken uit. Ik denk terug aan 2016. In Deurne viel er meer dan 300 mm neerslag in een maand. De grond raakte verzadigd en kwamen allerlei problemen op mijn bedrijf en elders in ons dorp. Twee jaar later werd het in de zomer opeens 40 graden en een jaar later hadden we weer een hittegolf, de straten en pleinen droegen hun ‘steentje’ bij aan de temperatuur: de hittestress was voelbaar. Het groen werd fletser en veranderde in verdorde gele tinten. Een grote brand in 2020 verwoestte een prachtig stuk van ons landschap. Het zijn maar enkele extremen van de laatste tijd. Hoe houd je het hoofd koel, hoe kalmeer je de verhitte gemoederen van de natuur?

Ik denk steeds vaker: ons rest enkel aanpassen! En laten we daar nu net heel goed in zijn. Het zit in onze natuur. Laten we dan nu ‘onze natuur’ gebruiken om echt iets te gaan doen! Met kleine stappen of grote, als we ze maar zetten. Duurzaam Deurne is de gids. Te beginnen op duurzame donderdag.

Klimaatadaptatie begint aan de keukentafel

Ik loop vandaag even door naar het dorp. De versteende stukken straat kunnen de zware regenbuien niet verwerken. Ik wandel terug over mijn landerijen en ben er best trots op dat ik het initiatief genomen heb om er zelf mee aan de slag te gaan. Daar begint het. Samen met de gemeente en het waterschap hebben we een mooie oplossing voor ‘mijn probleem’ bedacht. Het water wordt nu vlot afgevoerd en kan via de wadi in de bodem intrekken. Minder wateroverlast en beter bestand tegen de droogte. Ik zie zoveel mogelijkheden om ons prachtige landschap aan te passen aan het klimaat. Alle druppels helpen! Zou het niet fantastisch zijn als …

Al eeuwen maken we werk van water

We hebben in Nederland een haat-liefdeverhouding met water. Het maakt deel uit van onze identiteit. Een nationale ramp in 1953 zorgde ervoor dat we al onze denkkracht in gingen zetten voor de Deltawerken. We gingen ons aanpassen. We zijn de beste van de wereld in watermanagement. Als er een boot vastligt in het Suezkanaal, en de hele wereldhandel stil ligt, komt ‘the A-team’ uit Nederland. We weten hoe het water werkt, zeg maar! Onze waterschappen weten hoe het zit, er zit zo veel kennis en er zijn zo veel mogelijkheden die ingezet kunnen worden om een begin te maken met aanpassen. Laten we samen ons eigen A-team voor Duurzaam Deurne opzetten. Bij de waterschappen liggen tal van mogelijkheden waarmee je zelf aan de slag kunt! Alleen, met de straat of de wijk.

Doe het samen en verbind: plant een zaadje …

Mijn voorbeeld laat zien dat het mogelijk is, als we het samen doen. Als we van elkaar weten waar we mee bezig zijn. Veel agrariërs zijn bezig met overleven. Natuurlijk weten ze dat het anders moet, maar het zoeken naar mogelijkheden vraagt tijd. We moeten nu een zaadje planten en ervoor zorgen dat er minder belemmeringen (vergoedingen / regels) zijn voor ondernemers om dit te voorkomen. Ik denk dan: Laten we goede voorbeelden delen en samen mensen helpen om het eerste zaadje te planten. Het gaat over de mogelijkheden voor extra water op het land krijgen, drainagesystemen, hoe verdeel je het water, hoe hoog kan het peil staan? Laat het zien het vertel het.

Buiten gebeurt het, dus maak een ‘waterwandeling’.

Ik sta buiten en kijk naar ons landschap. En waar wordt beleid gemaakt? Achter bureaus en aan tafels! We vergeten naar buiten te gaan! De natuur ligt niet op de vergadertafel, zit niet in beleidsstukken. De natuur is buiten. Dus laten we mensen meenemen naar buiten en ervaren wat er gebeurt. In de bebouwde omgeving en de landelijke omgeving. Want het gaat natuurlijk niet alleen om het buitengebied. Ook in de bebouwde omgeving liggen er zoveel mogelijkheden. Zo plaatsen we trottoirbanden zodat water in de groenstrook kan lopen (en niet in de putjes). We hebben tijd nodig om buiten rond te lopen en te zien wat er gebeurt. Maak werk van water! Het gaat erom de grond te voelen bij de boer, de straten in te gaan en als waterbeheerders samen gaan bepalen wat er daadwerkelijk gebeurt. Met behulp van een watercoach of een afkoppelcoach, een regentoncoördinator. Iemand die je helpt en ondersteunt.

Koppelen met andere klimaatopgaven!

En – bij alles wat we doen: hoe leggen we de verbinding met andere klimaatthema’s. Wat betekent de actie die we uitzetten bijvoorbeeld voor het verduurzamen van woningen? Klimaatadaptatie staat natuurlijk niet op zichzelf. Hittestress kun je voorkomen door je huis te isoleren en de warmte buiten te houden. Als je je tuin vergroent, kun je rekening houden met het verbeteren van de biodiversiteit, je kunt meer schaduw realiseren, je kunt regentonnen in de tuin zetten. Et cetera. Het zijn misschien maar kleine acties, maar ze zijn zeker geen druppel op de gloeiende plaat. Ze gaan helpen om klimaatadaptatie concreet te maken. We moeten ons wel aanpassen, want uiteindelijk wint de natuur toch! En laat aanpassen nu in onze natuur zitten.

Ik loop naar de groenmarkt die vandaag is in de Ossenbeemd. Ik vertel daar mijn verhaal aan iedereen die het horen wil. Aan mijn kraam maak ik klimaatadaptatie concreet. Ik vertel over warmte en water, over droogte en hitte. En vooral wat het doet met mijn land en wat ik eraan doe. Ik pas me aan. Het zit in mijn natuur, in onze natuur.

Deurne komt in een stroomversnelling – de overgang naar anders verwarmen

Nu al stapjes gaan zetten en bijdragen aan minder energieverbruik

Zo lang als ik me kan herinneren kook ik op gas. En ook mijn huis verwarm ik op gas. Het is eigenlijk altijd vanzelfsprekend geweest dat gas er altijd is. Ons eigen gas. Het heeft ons welvaart gebracht. Voor mij ging de ‘gasknop’ om toen de gaswinning in Groningen steeds vaker negatief in het nieuws kwam. Dat stemde tot nadenken. Het was opeens veel minder vanzelfsprekend; er was opeens veel minder gas. Steeds vaker ging ik nadenken over wat dat nu voor mij betekent. Wat het voor ons allemaal betekent? Ik denk dat we op termijn minder gas gaan gebruiken, maar hoeveel, en wanneer? De ver-van-mijn-bedshow moet de dichtbij-huisparade worden. Ik heb mezelf en mijn huis in stroomversnelling gezet. Ik ga steeds meer nadenken over wat ik kan doen en wat ik daarvoor nodig heb. Ik word zelf warm van de mogelijkheden. Elke dag opgewekt, zeg ik wel eens tegen mijn vrouw.

Welke beslissingen moet ik nemen? Daar kan ik wel wat hulp bij gebruiken!

Het is lastig om je voor te stellen om iets wat al jaren gewoon is, opeens anders te gaan doen. Inductiekoken, hoe gaat dat? En toch zal er de komende decennia veel veranderen. Warmtepompen, is dat ook voor mijn huis? Mijn ketel is nog goed, wat moet ik doen? Wat kan ik nu doen, en wat later. Ik volg de berichten in de media, maar die roepen vaak meer vragen op dan dat ze duidelijkheid verschaffen. Ik denk dat ik niet voldoende kennis heb om nu al beslissingen te nemen voor later. Toch wil ik ook al wat doen? Hoe kan ik goed gefundeerd beslissingen nemen waar ik later geen spijt van krijg. Als ik naar ons Deurne kijk dan hoor ik dat er een begin is gemaakt met een Transitievisie Warmte. In gewone mensentaal betekent dat dat er gekeken wordt op welke manieren er waar verwarmd kan worden, anders dan met gas. Op een manier die past bij ons, de bewoners, en die past bij de woning en de wijk waarin we wonen. Ik wil daar graag over mee praten. Ik doe mee! Ik wil er wel meer over weten. Wat betekent dat voor mijn huis? Mijn straat? Mijn wijk?

Welke bronnen zijn er?

Ik hoor dat er bijvoorbeeld wordt onderzocht of er een klein warmtenet voor een buurt kan worden opgezet. Huizen worden dan gezamenlijk op zo’n warmtenet aangesloten dat de zon verwarmt. Hoe gaat dat dan? Ook las ik in de krant dat er bij de intensieve veeteelt veel gas vrijkomt dat gebruikt kan worden. In nieuwbouw zijn er al geen gasaansluitingen meer. Voor bestaande woningen in Deurne zijn er niet zoveel alternatieve warmtebronnen, dus zal er vooral gekeken worden naar de warmtepomp. Over een aantal jaren zal die – eerst in kleine hoeveelheden – in steeds meer in huizen te vinden zijn. Maar hoe? Daar wordt over nagedacht en daar worden ook de inwoners van Deurne bij betrokken. Er liggen nog veel hobbels op de weg.

Groeien in goede adviseurs en installateurs

Een van de zaken waar de installatiebranche tegenaan loopt is het feit dat er niet genoeg ‘groene’ monteurs die die pompen in grote aantallen kunnen installeren. Ook zijn er veel huizen nu nog niet geschikt om anders verwarmd te worden. En ook het elektriciteitsnetwerk heeft niet voldoende capaciteit. En je hoort mensen praten over het geluid. Daaraan gaat de komende jaren gewerkt worden. De ontwikkelingen gaan zo snel. De ene vernieuwing volgt de ander in sneltreinvaart op. En toch kunnen we ook nu al zelf aan de slag met besparen! We hoeven niet te wachten …

Het begint bij besparen, isoleren, zelf opwekken

Ik zelf woon bijvoorbeeld in een huis uit 1955. Ik heb al best veel gedaan aan duurzame maatregelen, spouwmuurisolatie, vloerisolatie, dubbel glas, noem maar op. Dat alleen al bespaart een heleboel geld. En gas. Maar nog is mijn huis niet geschikt voor een warmtepomp. Uiteindelijk begint de energietransitie met energie besparen. Ik kan me dus wel voorbereiden op die toekomst met minder gas. Ik heb een nieuwe zuinige CV aangeschaft met de mogelijkheid om er een hybride installatie van te maken. Later, als het nodig is. Dan combineer je gas en elektra. Maar nu nog niet. Te duur voor mij. (stukje over woningcorporaties toevoegen)

En toch: mijn gezin en ik gaan gewoon in kleine stappen in ‘stroomversnelling’. Want de stroom die we zelf opwekken, kan ik voor veel apparaten gebruiken. En dat kost me niks. Nu wek ik met mijn zonnepanelen al heel veel op. Ik zie het elke dag op mijn app hoeveel stroom ik opwek en verbruik. En hoeveel ik overhoud. We zijn daardoor op andere tijden gaan wassen en gaan afwassen. Je gaat dan ook anders kijken naar je stroomgebruik. En ook daar bespaar ik weer energie. Alle kleine beetjes helpen, toch. We zullen ons voor moeten bereiden op een andere manier van verwarmen die hoe dan ook gaat komen. Ik heb allemaal maatregelen genomen waarvan ik nooit spijt krijg. Integendeel.

Koel in de zomer, behaaglijk in de winter

In de meeste huishoudens is aardgas nu nog de meest vanzelfsprekende keuze voor verwarmen en koken. Daar komt de komende 30 jaar verandering in. Niet in één keer, maar geleidelijk en gefaseerd. Per wijk wordt bekeken wat er mogelijk is en welke alternatieven beschikbaar zijn voor het aardgas. Iedere gemeente, dus ook Deurne, beschrijft dat in een ‘Transitievisie Warmte’. Ik snap best dat het voor menigeen moeilijke materie is, maar daarom moeten de goede voorbeelden gedeeld worden. Ik kan nu al laten zien dat er veel mogelijkheden zijn. Wat mij geholpen heeft is de kennis van de adviseurs van energiehuis Slim Wonen. Zij hebben me op de goede weg gezet met onafhankelijk en deskundig advies. Afgestemd op mijn woning. Ik ken tenslotte mijn huis het beste. Zij hebben ervoor gezorgd dat ik de eerste stappen gezet heb. Ze hebben me verteld welke maatregelen ik kan nemen waar ik zeker geen spijt van krijg. Maatregelen die me altijd geld opleveren.

Voorbereid op grote temperatuurschommelingen

En heel belangrijk: als je goed kijkt naar de maatregelen die je wilt nemen in en om je huis, ben je ook beter bestand tegen die enorme schommelingen in temperatuur waarvan we de afgelopen jaren voorproefjes van hebben gehad. In een beter geïsoleerd huis is het koeler in de zomer, en comfortabeler in de winter. Dat moet toch iedereen aanspreken. Ik woon nu echt veel fijner dan een paar jaar geleden. Ik hoorde pas van een wijk waarin ze een voorbeeldwoning met allemaal duurzame maatregelen hebben neergezet. Als ik dat hoor dan denk ik, ja dat is echt iets mij aanspreekt. Een woning waar je precies kunt zien wat je allemaal kunt doen om je eigen woning te verbeteren.

Wat staat er in zo’n visie? In ieder geval de technische (on)mogelijkheden: welke vormen van verwarming zijn een goed alternatief voor het aardgas? Hoe snel is omschakeling mogelijk en tegen welke kosten? Verder is het belangrijk dat inwoners, bedrijven en organisaties achter de plannen staan. In de eerste versie van de visie die in het voorjaar van 2021 verschijnt, leggen we vast met welke wijken al voor 2030 wordt gestart én met gebruik van welke warmtebronnen.

 

Ieder huis is anders, iedere bewoner is anders

Ik krijg een steeds beter beeld van wat ik in mijn huis nog allemaal kan doen. Ik ken mijn huis als mijn broekzak, elke kier en elke hoek. Ik spreek ook veel mensen uit mijn straat en anderen uit het dorp. Iedereen is op een of andere manier met zijn huis bezig. En ik realiseer me steeds meer dat ieder huis anders is en dat elk huis en wijk een ander stappenplan kent. En elke bewoner is anders. Dat is het uitgangspunt. En nog belangrijk is het denk ik dan om goed te kijken naar wat mensen samen kunnen doen. En vooral – wanneer? Als je gaat verbouwen bijvoorbeeld of verhuizen? Waar zitten de overeenkomsten en verschillen tussen woningen? Ik wil er graag over meepraten! Ik word er nu al warm van!

Laat de natuur zingen en zoemen

Kleine stappen in behouden en verbeteren biodiversiteit

Het is eind mei. De natuur is ontploft. Maanden regen hebben ervoor gezorgd dat de natuur vol tot leven komt. Tijd om erop uit te trekken. Boer Henk neemt me mee naar zijn lupines. Ik word verwelkomd door een machtig hummend orkest van hommels. Overweldigd word ik door het indringende gezoem. Ze voelen zich hoorbaar thuis bij prachtige bloemen, de bonensoort, die decennia geleden een natuurlijke bodemverbeteraar waren in de Peel. Ze houden de stikstofvoorraad in de bodem op peil en verbeteren de structuur van de grond te verbeteren. Lupine kan goed tegen droogte en gedijt prima op onze zandgronden. En laten we niet vergeten dat lupine een eiwitrijke boon is die uitstekend past in ons eten. Bij verschillende chef-koks uit de regio is de lupine een graag gebruikt ingrediënt. Het zorgt ervoor dat we minder afhankelijk zijn van de import van bijvoorbeeld sojabonen. Perfect als veevoer. Het is mooi, gezond, lokaal, wat willen we nog meer.

Heerlijk eten van dichtbij

Boer Henk teelt honderden groente op een zo natuurlijk mogelijke manier. Het is zijn droom dat we heerlijk eten van dichtbij. Mijn aardappel haal ik er blind uit bij een vergelijkingstest. Die smaak! En ja, hij is duurder dan zetmeelknallers uit de super! Om dat voor mekaar te krijgen moeten we zuinig zijn op onze aarde en goed voor de planten zorgen. Je krijgt er smaak voor terug. En dat verhaal moeten we steeds meer en beter vertellen. Wij zorgen goed voor onze aardappel en dat proef je. En ja, dat kost wel iets meer. Een gezonde bodem, voldoende water en licht zijn hiervoor van levensbelang. Dat is biodiversiteit! Een gezonde bodem met gevarieerd organisch materiaal en heel veel beestjes, bacteriën en schimmels. Boer Henk is verrast door hoe de natuur hem helpt bij de teelt van zijn groente. ‘We doen het samen’ zegt hij tegen iedereen die het horen wil.

Het kan ook in de grootschalige landbouw, maar wel met een goed verdienmodel.

Ik ben benieuwd hoe het staat met de grootschalige landbouw en tuinbouw, de sectoren waarin Deurne groot is. Sectoren die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de groei van ons Deurne. Boer Hans vertelt me over zijn voortdurende worsteling. Hij houdt van de natuur. ‘Ik ben mijn hele leven al natuurbeheerder. Maar het wordt me niet gemakkelijk gemaakt.’ Het gesprek gaat over de plannen en ideeën en hoe biodiversiteit een plek te geven op zijn melkveebedrijf. De boeren doen al veel, maar de praktijk is weerbarstig. Er moet ook geld verdiend worden. ‘We krijgen geen cent meer voor onze melk, wat we ook aan extra’s doen.’ Hij vertelt verder: ‘Het is het probleem van de hele sector. De consument roept wel om biologisch, maar ze willen er geen cent meer voor betalen. Tenminste: de mensen die in de supermarkt kopen.’ Het merendeel van de Nederlandse consument wil alles zo goedkoop mogelijk. En de supermarktketen en grote multinationals wringen de prijzen uit. Dat verhaal moet beter verteld worden. ‘Als wij nog meer aan het natuurbeheer moeten gaan doen, dan moeten we dat ook terug zien in de prijs.’ Dan kunnen we echt natuurinclusief boeren, zoals dat zo mooi heet. Natuurlijk kan het anders, maar dan moet er nog heel wat gebeuren. Wij moeten financieel gestimuleerd worden om samen met de natuur te ondernemen. Er lopen nu interessante pilots in De Peel, er is een regeling stimulering landschap, maar de middelen zijn niet voldoende.’  

Deurne stimuleert biodiversiteit steeds meer

Vandaag heeft iemand me ook uitgenodigd om eens te komen kijken bij het Stationspark. Waar eens bestrating en gras de boventoon voerden is de aanblik nu volledig veranderd. Ik geniet van de gevarieerde moestuin en ik verheug me nu al op de bloei van de zonnebloemen. Het is slechts een van de plantsoenen die een metamorfose hebben ondergaan. Zo kan het dus! Jacques is net in zijn tuin aan het werk. Maar eigenlijk doet de tuin zichzelf. Hij vertelt over de inheemse planten die sterk zijn en veel insecten aantrekken. Hij doet een plant opzij en je ziet de bodem bewegen. Ook vogels voelen zich hier thuis. Ik maai nauwelijks, vertelt hij. Mijn tuin leeft. En de biodiversiteit leeft op. De tuin zingt.

Het ene gemak vervangen door het andere

We komen van het ene in het andere uiterste. De groene, wilde tuinen maken plaats voor stenen, auto’s. Nauwelijks een vogel te horen. Geen muziek van de insecten. Niet overal is het groen. Ik loop Ard tegen het lijf en hij vertelt me dat er goede initiatieven zijn in Deurne, maar dat we nog te weinig de waarde van de natuur zien. We weten het gewoon niet meer. Er zijn nog steeds veel voortuinen en straten die helemaal betegeld zijn. Het is moeilijk om de mensen in beweging te krijgen om hun tuin een groen tintje te geven. En hij begrijp het ook wel. Dit is vooral gemakkelijk. Maar hij vertelt er ook bij dat er genoeg onderhoudsarme tuinen zijn. Hoe mooi zou het zijn als we elke jaar samen met de mensen een ‘tegel-eruit-groen-erin’ dag houden. Straat voor straat. Met mensen die helpen, containers en gereedschap. En een goede tuinier die helpt. Langzaam wat meer groen in de tuin brengen. Ik herinner me de bloemenpaal nog. Echt een geweldige actie. Eigenlijk zouden we met al die mensen een excursie moeten houden langs de biodiverse plekjes. Laten zien wat het oplevert.

Het kan!

Hij neemt me mee naar Neerkant. Hij laat me de dorpskern zien die enkele jaren geleden een facelift heeft gehad. Met mooie beplanting. Met de vervanging van het rioolsysteem is alles opgefrist. Er is veel groen. Nu is iedereen er heel blij mee. We fietsen naar de St.-Jozefparochie. We komen langs bermen van gras. Overal in het land zie je bermen met bloemen en planten komen. Veel beter voor de biodiversiteit. En ze zien er speelser uit. Ook bij de overheid moet er een omslag komen. Overal waar ik langs kom en praat met de mensen die gewoon aan de slag zijn gegaan, is regelgeving een punt van zorg.

De Stationscoöperatie bloeit

Mooi zijn de 350 bijenbomen langs de rondweg, geplant door de Stationscoöperatie en een aantal imkers. Steeds vaker zul je van gebaande paden af moeten stappen om problemen het lijf te gaan. Nieuwe oplossingen en vastgeroeste regels: het is geen goede combinatie. Versteend beleid moet groen beleid worden. Iedereen zou op ‘groene route’ door Deurne moeten. De bijen zijn zo cruciaal voor het leven op aarde. Koesteren dus! Jan vertelt me dat hij nog zeker 15 locaties ziet waar hij samen met de imkers plekken kan omtoveren in bloemweides. Zodat er ook steeds meer bijen te horen zijn in het orkest. Het gezoem van de hommels en de bijen. Zou het niet fantastisch zijn als de toon gezet wordt door dat orkest. De naam van het stuk schiet me al te binnen: leve de lupine!

Lokaal opgewekt geeft energie …

                Maar dan moet je wel vanaf het begin met elkaar in gesprek

Als ik aan Deurne denk, dan denk ik aan de prachtige landelijke omgeving, een omgeving waarop we allemaal trots zijn. Ik wandel wel eens mee met de vogelwerkgroep en kom dan op plekjes die ik niet eerder kende en vogels die ik niet eerder zag. Het is zo belangrijk om de natuur te leren kennen. Daar komen we tenslotte vandaan. Ik ben heel milieubewust en vind dat we af moeten van onze fossiele brandstoffen en onze energie op een andere manier moeten opwekken. Maar tegelijkertijd vind ik ook dat we ons prachtige landschap niet zo maar moeten opofferen. Daar moeten we goed over nadenken. Dat is een duivels dilemma (de klimaatspagaat) en ik realiseer me dat dit voor iedereen grote gevolgen gaat hebben. Iedereen gaat er iets van merken. We hebben grootschalige zonneweiden nodig, evenals wat windmolens om alle energie die we nodig hebben op te wekken. Als we al onze daken volleggen is het nog niet genoeg. Dat denk ik, maar zeker weten doe ik het niet helemaal.

Over energievoorziening en energieverzoening

Hoe kunnen we dan samen komen tot oplossingen voor die grootschalige opwek van energie, de inzet van windmolens en zonneweiden? Hoe komen we tot oplossingen voor dit grote dilemma waarin iedereen zich kan vinden? Oplossingen waarbij de lasten en de lusten evenredig verdeeld worden? Daarover kunnen we met elkaar in gesprek? Niet om tegenover elkaar te staan, maar om elkaars drijfveren te begrijpen en te komen tot een gezamenlijke oplossing. Samen kunnen we dan kijken naar wat er wél mogelijk is. Ik weet het, het is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het kan wel.

We zien dat er steeds meer mensen betrokken zijn bij het grote vraagstuk. Mensen vinden elkaar steeds beter op de verschillende thema’s die met onze toekomst te maken hebben. Zou het niet fantastisch zijn als we dat gebruiken om ook over het lastigste thema echt met elkaar gaan praten? Dat iedereen met de juiste informatie in de hand gaat nadenken over wat er kan en wat er niet kan? Je ziet overal de roep om burgerpanels en burgerberaden opkomen. Het zou een mooie eerste stap kunnen zijn om te komen tot meer begrip voor elkaar.

Maak inzichtelijk wat er nu al gebeurt

Wat gebeurt er nu al? Ik zou erg geholpen zijn met een inventarisatie van alles wat er gaande is en waar we naartoe willen. Zou het niet mooi zijn als we op een centrale plek online precies kunnen zien wat er al aan schone energie opgewekt wordt, welke plannen er al zijn, welke ruimte er is en dat we precies kunnen zien wat er nog nodig is aan zonneweiden en windmolens? We kunnen veel leren van wat er al is gedaan. Er liggen 32.000 zonnepanelen op daken van agrarische bedrijven, ze zij al voor 70% zelfvoorzienend. Jaarlijks komen er veel panelen bij. Ik zie dat agrariërs hun verantwoordelijkheid nemen om een grote bijdrage te leveren in de energietransitie.

Ook hebben we zonneweide De Vlaar gerealiseerd, die voor een deel eigendom is van een energiecooperatie. Het is een traject waarin de inwoners van Deurne zijn meegenomen. Wat kunnen we leren van dit prachtig project? Hoe zorgen we ervoor dat toekomstige zonneweiden op een goede manier ingepast worden in ons prachtige landschap? Hoe zorg je ervoor dat onze schaarse grond zo goed mogelijk benut wordt, rekening houden met alle belangen, van agrariërs, van bedrijven, van natuurverenigen etc. Op een manier die de lasten en de lusten verdeelt. En heel belangrijk: hoe gaan we ook de industrie erbij betrekken?

De energietransitie is van iedereen

Het landschap is van ons allemaal, de wind, de zon, ze waait en schijnt voor ons allemaal. Daar moeten we dan toch ook met zijn allen van kunnen profiteren. Samen de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen zodat we tot keuzen komen die acceptabel zijn. Voor mij is het gewoon logisch dat de mensen die er belang bij hebben met elkaar in gesprek gaan. Vanaf het begin. Die beweging zie je langzaamaan ontstaan. En niet als alles al in kannen kruiken is. Participatie betekent letterlijk meedoen! En niet: zeg maar ja tegen de plannen, want het moet toch. Anders halen we onze doelstellingen niet.

Wat levert het opwekken jou op?

Ik ben bezorgd en met mij veel inwoners. Over die zorgen moeten we met elkaar in gesprek. Als we goed naar elkaar luisteren komen er ook openingen voor oplossingen. Bijvoorbeeld over wat het opwekken van energie jou oplevert? Daarop kunnen we verder bouwen en echt praten over de energievoorziening van de toekomst, eventueel met zonneweiden en de windmolens. Er moet nu iets gebeuren, wachten is geen optie. Samen kunnen we de energietransitie in een stroomversnelling brengen. Een gesprek over energievoorziening en energieverzoening.